Jaaroverzicht 2014

Facebooktwitterpinterestlinkedin

boyhood1

Een jaar is pas definitief afgesloten als de jaarlijst is ingeleverd. Het onderstaande overzicht begint met de beste bioscoopfilms van het afgelopen jaar, gevolgd door opmerkelijke films die om een of andere reden de Nederlandse bioscopen hebben overgeslagen, tien bijzondere heruitgaven van oude films, acht documentaires die mij dit jaar erg aanspraken, vijftien films die ik liever niet had gezien, de 25 albums die ik in 2014 het vaakst heb gedraaid en tien concerten die ik niet zo snel zal vergeten. De lijst is soms voorspelbaar, maar wie weet staan er nog een paar verrassingen tussen.

De beste speelfilms in de bioscoop

suzannefilm

10. Suzanne (Katell Quillévéré, 2013)
De motieven van Suzanne (Sara Forestier) zijn lastig te doorgronden. Haar gedrag roept vragen op die vaak onbeantwoord blijven. De voorgeschiedenis van Suzanne wordt binnen tien minuten verteld aan de hand van een opeenvolging van korte scènes die zich afspelen over een periode van minstens tien jaar. Naarmate de film vordert, en we het leven van de jonge vrouw steeds meer gaan zien vanuit de ogen van haar zus Maria (Adèle Haenel), krijgen die openingsscènes met terugwerkende kracht steeds meer gewicht. Het is waarschijnlijk vooral verlatingsangst dat Suzanne’s leven uit balans brengt. Regisseuse Katell Quillévéré toont gedurfd en uitgekiend een minimum aan momenten en geeft daarmee precies voldoende informatie. De film is ook zeer de moeite waard vanwege de aangename soundtrack met onder meer muziek van de Britse band Electrelane.

9. Ida (Pawel Pawlikowski, 2013)
De jonge non Ida (Agata Trzebuchowska) graaft samen met haar enige nog levende familielid (Agata Kulesza) in de ondergesneeuwde recente Poolse geschiedenis, op zoek naar aanwijzingen dat hun Joodse familie tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgebracht door landgenoten. In prachtig zwart-wit en binnen benauwende filmkaders zien we niet alleen hoe de waarheid naar boven komt, maar maken we van dichtbij mee hoe beide vrouwen elk op hun eigen manier op verrassende en verstilde wijze de schokkende feiten verwerken.

8. Whiplash (Damien Chazelle, 2014)
De meest opwindende momenten in Whiplash spelen zich af tussen de geconcentreerde blikken van conservatoriumstudent Andrew (Miles Teller) en zijn tirannieke jazzdocent Terence Fletcher (J. K. Simmons) die de jonge drummer opzweept tot bovenmenselijke prestaties. De muzikale film is zeer knap gemonteerd in het ritme van een drumsolo. De straffe, gemillimeterde montage maakt de wereld van Andrew kleiner en kleiner. Zijn bestaan wordt gereduceerd tot de afstand tussen de kop van de drumstok en de onderdelen van het drumstel. Je zou kunnen denken dat Andrew als winnaar de eindstreep haalt. Het happy end is slechts schijn, want de kans is groot dat hij de rest van zijn leven doorbrengt in sociale isolatie.

7. Starred Up (David Mackenzie, 2013)
Waar in Whiplash sprake is van een surrogaatvader vindt in Starred Up een heftige confrontatie plaats tussen een echte vader en zoon. Ditmaal bestaat het geïsoleerde decor niet uit repetitieruimtes van een conservatorium maar de cellen en gangen van een gevangenis. De negentienjarige gevangene Eric wordt extreem fysiek gespeeld door Jack O’Connell. Starred Up onderscheidt zich van andere gevangenisdrama’s door onder meer het feit dat de protagonist van niemand sympathie of medelijden verlangt. Zijn gedrag is afstotend. Lange tijd ben je blij dat deze agressieve delinquent met zijn korte lontje achter slot en grendel zit. De licht ontvlambare jongeman moet constant op zijn hoede blijven, want vanuit de marges van het filmbeeld kan hij onverwacht besprongen worden door iemand die hem in opdracht van een andere gevangene kan verwonden of zelfs doden. Als de in dezelfde gevangenis verblijvende vader Neville (Ben Mendelsohn) zich met Eric wil bemoeien, ontstaat een confrontatie die vaak het spannendst is wanneer vader en zoon gevangen zitten in hetzelfde filmframe.

6. The Grand Budapest Hotel (Wes Anderson, 2014)
De meeste films van Wes Anderson raken mij niet. Sinds Moonrise Kingdom (2012) is daar verandering in gekomen en beginnen de personages voor mij steeds meer te leven ondanks de afstandelijke gestileerde vorm waarin hun verhalen verteld worden. Regisseur Wes Anderson overtreft zichzelf in The Grand Budapest Hotel als het gaat om de vormgeving van zijn film. Zijn obsessie voor symmetrie komt terug in bijna alle beeldcomposities. Hij maakt net als in eerder werk gebruik van een denkbeeldige verticale lijn die het beeld in twee helften verdeelt. Scènes wisselen elkaar af zoals bladzijden die worden omgeslagen; na elke omgeslagen bladzijde blijft de balans intact. De beeldrijm past perfect bij een verhaal dat gaat over een schrijver van boeken. The Grand Budapest Hotel is een ode aan de literatuur, in het bijzonder die van de Weense schrijver Stefan Zweig (1881-1942). Hij schreef onder meer het verhaal Letter From An Unknown Woman dat in 1948 werd verfilmd door Max Ophüls, ook een regisseur met een hang naar perfectie.

la-jaula-de-oro

5. La Jaula de Oro (Diego Quemada-Díez, 2013)
La Jaula De Oro geeft een aangrijpend beeld van de gevaren waar vogelvrije gelukszoekers mee worden geconfronteerd onderweg van Guatemala naar Los Angeles. Tiener Sara (Karen Martínez) onderneemt samen met haar vrienden Juan (Brandon López) en Samuel (Carlos Chajon) de risicovolle reis van hun sloppenwijk naar een betere toekomst in het beloofde land. Sara gaat als jongen verkleed omdat ze als meisje kwetsbaar is in een gebied dat wordt beheerst door gewapende bendes. Onderweg sluit de jonge Indiaan Chauk (Rodolfo Domínguez) zich bij de vrienden aan en vormen opspelende jongenshormonen een bedreiging voor vriendschap en loyaliteit. De onderlinge strubbelingen maken de tieners minder scherp en alert in een vijandige omgeving waar ze voor dilemma’s komen te staan die je volwassenen al niet toewenst. La Jaula De Oro is schokkend zonder dat geweld expliciet getoond hoeft te worden.

4. Kreuzweg (Dietrich Brüggemann, 2014)
Kreuzweg volgt de lijdensweg van het veertienjarige devote meisje Maria. De regels van de sektarische geloofsgenootschap waar ze deel van uitmaakt verschillen nauwelijks van de sharia. Maria krijgt van de pater te horen dat het goed is om wereldse zaken op te offeren aan Jezus. Ze is zeer vroom en neemt het advies heel letterlijk. Het meisje wil zichzelf opofferen ten behoeve van haar zieke kleine broertje. Als de puberende christen gevoelens krijgt voor een leerling uit een parallelklas komt ze in conflict met haar dominante strenge moeder. Omdat de camera op een enkele uitzondering na onbeweeglijk blijft is de film afhankelijk van de bewegingen van de acteurs. Uitgekiende blocking bepaalt de kadrering. Er is in deze secuur voorbereide film geen enkele ruimte voor improvisatie en spontane invallen, wat uitstekend past bij een verhaal over een onbuigzaam geloof. Vorm en inhoud zijn volledig in balans.

3. A Touch Of Sin (Jia Zhang-Ke, 2013)
A Touch Of Sin toont in vier episodes de gevolgen van privatisering in China. Het recht van de sterkste geldt en slechts een kleine elite profiteert van de economische groei. Het geweld waarmee vier verschillende personage zich verzetten tegen hun ondergeschikte positie in de maatschappij leidt tot scènes waarin conventies uit populaire Oosterse filmgenres een verrassende rol spelen.

2. Under The Skin (Jonathan Glazer, 2013)
Under The Skin speelt zich af in een kille, door instincten geregeerde wereld. Het ruimtewezen (Scarlett Johansson) is net zozeer een gebruiksvoorwerp als de mannen die ze in haar web vangt. Ze laten zich door haar verleiden zoals de actrice de bioscoopbezoekers verleidt en meesleept in een droom waar zij zich helemaal aan haar overgeven. Iedereen reduceert de ander tot een object. De filmkijker incluis.

1. Boyhood (Richard Linklater, 2014)
Zie de blogpost van gisteren.

Ook de moeite waard: 12 Years A Slave, All Is Lost, Blue Ruin, Club Sandwich, The Double, Drift, Enemy, Exhibition (gezien op het IFFR), Gone Girl, Heli, Her, The Homesman, L’Inconnu Du Lac, Leviathan, Locke, Marie Heurtin, Nebraska, Nightcrawler, Only Lovers Left Alive, Pride, Tom à la Ferme, Winter Sleep en The Wolf Of Wall Street

Guilty Pleasures: Dawn Of The Planet Of The Apes, Edge Of Tomorrow, Godzilla, Oculus


De beste films in de thuisbioscoop

arrugas

10. Arrugas (a.k.a. Wrinkles) (Ignacio Ferreras, 2011)
Een zwaar onderwerp (dementie) wordt op toegankelijke, licht komische maar niet sentimentele wijze verteld in de vorm van een animatiefilm. Het duurde drie jaar voordat deze Spaanse film eindelijk buiten eigen land op dvd en Blu-ray beschikbaar was en zelfs toen moest hij nog uit Engeland gehaald worden, inclusief Engelse versie met stemmen van Martin Sheen en Matthew Modine. Het was het wachten waard.

9. As I Lay Dying (James Franco, 2013)
Vlak voordat ik deze film bekeek las ik het onverfilmbaar geachte boek van William Faulkner. Het verhaal wordt verteld door verschillende personages die elkaar per hoofdstuk afwisselen en waarvan het merendeel bestaat uit leden van de arme boerenfamilie Bundren. De pas overleden moeder Addie (Beth Grant) spreekt de lezer zelfs toe vanuit haar grafkist. As I Lay Dying is een van de weinige boekverfilmingen waarbij het verhaal vrijwel exact zo verbeeldt wordt zoals ik het me had voorgesteld tijdens het lezen. Dat kan natuurlijk ook als een zwakte worden opgevat.

8. Frank (Leonard Abrahamson, 2014)
Frank is een originele komedie over een muzikale outsider waarbij een bekende hoofdrolspeler langdurig verborgen blijft achter een groot rond masker. Je bent in het voordeel als je niet weet welke acteur de titelrol speelt. Het creatieve proces van Franks band doet denken aan de manier waarop Captain Beefheart zijn platen opnam. De eigenzinnige muziek floreert in de geïmproviseerde studio op een geïsoleerde plek in Ierland, maar daarbuiten, in het licht van schijnwerpers, is de artiest kwetsbaar en kruipt hij angstig in zijn schulp. Creativiteit verdraagt geen compromissen.

7. Cold In July (Jim Mickle, 2014)
Cold In July is een thriller van voormalige horrorregisseur Jim Mickle. Net als in zijn vampierfilm We Are What We Are is het bestaan van een gezin in gevaar, ditmaal dat van uitgebluste lijstenmaker Michael C. Hall. Hij wordt held tegen wil en dank wanneer hij thuis een inbreker neerschiet en moet vervolgens vrouw en kind beschermen tegen de criminele vader van de inbreker. Het verhaal verloopt echter niet volgens een vertrouwd stramien. Na twee onverwachte wendingen wordt het kleurengebruik extremer en is het de vraag in hoeverre de verwikkelingen zich nog in de realiteit afspelen.

6. The Spectacular Now (James Ponsoldt, 2013)
Het jonge acteertalent Shailene Woodley was dit jaar een van de weinige hoogtepunten als de terminaal zieke Hazel in de magere hype The Fault In Our Stars. Ze is nog meer de moeite waard als de introverte Aimee die niet doorheeft dat ze slechts tweede keuze is als vriendin van de even onzekere als genadeloos opportunistische medestudent Sutter (Miles Teller uit Whiplash). Hun relatie vormt de basis van een ongemakkelijk liefdesverhaal.

magic-magic-2

5. Magic Magic (Sebastián Silva, 2013)
Magic Magic wordt aan de man gebracht alsof het een horrorfilm betreft. Daarmee doe je de film van de maker van The Maid (2009) tekort. Magic Magic is een psychologisch drama over de labiele Alicia (Juno Temple) die met haar vriendin Sara (Emily Browning) op vakantie gaat in Chili. Als Sara vlak voor vertrek door omstandigheden moet achterblijven, zit Alicia ver van huis opgescheept met onbekenden, onder wie een griezelig irritante Michael Cera, die niet doorhebben dat ze met speels bedoeld intimiderend gedrag hun reisgenoot mentaal verder afbreken. Juno Temple maakt de film door haar volle inzet even beangstigend als tragisch.

4. Hide Your Smiling Faces (Daniel Patrick Carbone, 2013)
Tieners leren naar aanleiding van een tragisch ongeval binnen hun vriendenkring op zeer jonge leeftijd dat in een leven waar armoede heerst de dood misschien de beste uitweg is. Twee broers proberen het trauma op een andere manier te bezweren in een zeer beheerste film waarin beelden luider spreken dan woorden.

3. The Story Of Yonosuke (Shûichi Okita, 2013)
The Story Of Yonosuke duurt 160 minuten en even vreesde ik dat ik het niet lang zou volhouden bij het weinig snuggere, verlegen en nauwelijks spraakzame hoofdpersonage (gespeeld door Kengo Kôra). De student loopt mee in de richting die anderen oplopen en lijkt er vrede mee te hebben dat hij nergens in uitblinkt. Hij is een van de mensen die op klassenfoto’s steevast net even buiten de groep valt. Toch heeft Yonosuke, zonder zich er bewust van te zijn, heel veel positieve invloed op de levens van mensen die zijn pad hebben gekruist, misschien juist vanwege zijn onschuld en onbevangenheid. Volwassen en vele illusies armer vragen zijn oude klasgenoten zich jaren later met een glimlach af wat er van die onhandige slungel geworden is. Hoe meer heden en verleden elkaar afwisselen hoe weemoediger je wordt over een leven dat zich minder in de marge leek af te spelen dan je in eerste instantie dacht.

2. Computer Chess (Andrew Bujalski, 2013)
Zowel wat betreft vorm als verhaal is het originele Computer Chess totaal niet te vergelijken met de eerdere realistische relatiedrama’s van mumblecore-koning Andrew Bujalski. Deze komedie over een kampioenschap tussen schaakcomputers is gefilmd met videocamera’s uit de jaren tachtig en lijkt eerst op een verloren gewaande documentaire totdat surrealistische voorvallen het verhaal op aangenaam ontwrichtende wijze steeds meer absurdistisch maken.

norte

1. Norte, The End Of History (Lav Diaz, 2013)
Norte, The End Of History is Dostojevski in de Filipijnen. Het lot van een arme geblesseerde visser wordt, zonder dat hij er erg in heeft, bepaald door het pad dat hij kruist met een verveelde bevoorrechte rechtenstudent met een geldprobleem. De nasleep neemt meerdere uren in beslag in uitgebreide hoofdstukken die voorbijtrekken als lange boekpassages vol gedetailleerde beschrijvingen en dat alles gefilmd in zeer langzaam glijdende totaalshots tegen de achtergrond van weidse panorama’s die de film ongeschikt maken voor het televisiescherm.


Bijzondere heruitgaven in 2014

renaissance

10. Walerian Borowczyk: Short Films And Animation
De korte animatie Renaissance (1964) van Walerian Borowczyk (1923–2006) is een van de inspiratiebronnen voor de Amerikaanse gebroeders Quay en was daarom te zien tijdens de tentoonstelling The Quay Brothers’ Universum in EYE waar ik in maart een bezoek aan bracht. Een belangrijk deel uit het oeuvre van Borowczyk is in Engeland door het label Arrow Films in digitaal gerestaureerde versies heruitgebracht, inclusief zijn belangrijkste korte films. De filmpjes waren niet alleen van grote invloed op tweelingbroers Stephen en Timothy Quay, maar ook inspiratiebron voor Terry Gilliam en zijn animaties voor Monty Python’s Flying Circus.

9. Birds, Orphans & Fools (Juraj Jakubisko, 1969)
De Slowaakse Juraj Jakubisko behoorde samen met onder meer de in 2014 overleden regisseuse Vera Chytilová tot de Tsjechische new wave van de jaren zestig. Net als Chytilová gaf hij op excentrieke en fantasierijke wijze sociale kritiek en kwam hij daarom meerdere keren met de autoriteiten in botsing. Zijn werk werd verbannen of gewoonweg vernietigd. Birds, Orphans & Fools was tijdens het communistische bewind niet te zien en werd pas in 1990 vrijgegeven. De levenslust uit zich in uitzinnige taferelen waar niet iedereen tegen bestand zal zijn.

8. That Sinking Feeling (Bill Forsyth, 1979)
That Sinking Feeling is een vrolijke, kleine, rammelende film gemaakt in een uitzichtloze periode, toen het beroerd gesteld was met de Britse economie en Thatcher op het punt stond premier te worden. Na meer dan dertig jaar is de film weer in originele vorm te zien. Het voor slechts een paar duizend pond gemaakte debuut van Bill Forsyth is een geschikte remedie tegen mogelijke somberheid tijdens de lange nasleep van de meest recente crisis.

7. L’Immortelle (Alain Robbe-Grillet, 1963)
L’Immortelle is de eerste film in de box Blu-ray-uitgaven met werk van regisseur Alain Robbe-Grillet, schrijver van de experimentele film L’Année Dernière À Marienbad (1961). In film wordt normaal gesproken tijd gevangen, maar in L’Immortelle probeert Robbe-Grillet tijd juist op te heffen.

6. Girlfriends (Claudia Weill, 1978)
Deze kleine Amerikaanse film uit 1978, gedraaid op de straten van New York City en in kleine appartementen, is de vroege voorloper van films als Frances Ha en de televisieserie Girls en alleen al om die reden de moeite waard. Voorlopig is Girlfriends alleen in de VS verkrijgbaar als DVD-R uit de archieven van Warner.

5. Transport From Paradise (Zbynek Brynych, 1963)
Muziek, poëzie, toneel en dans maken het leven tijdens de Tweede Wereldoorlog een beetje dragelijk voor de Joden in het getto van Theresienstadt. Transport From Paradise speelt zich af binnen 24 uur en begint op de dag dat een Joodse regisseur in opdracht van de Duitsers onder dwang een propagandafilm moet maken die de buitenwereld moet doen geloven dat het in het getto prima vertoeven is. Terwijl op het centrale plein een levendige drukte heerst, wordt binnenskamers bepaald wie de volgende ochtend mee moet op transport naar concentratiekamp Birkenau. De deportatielijst is lang. Het lot zal verschrikkelijk zijn.

4. Fireworks Wednesday (Asghar Farhadi, 2006)
Asghar Farhadi won voor zijn film A Separation maar liefst 62 prijzen waaronder een Oscar voor beste buitenlandse film in 2012. Zijn grote talent als regisseur van acteursensembles viel al op in het eerder op kleine schaal in Nederland uitgebrachte About Elly (2009). Een paar jaar daarvoor maakte hij Fireworks Wednesday dat nauwelijks onderdoet voor A Separation. Beide films vallen op door het hoge spelniveau en een intensiteit die regelmatig zeer oncomfortabel aanvoelt.

3. Red River (Howard Hawks, 1948)
Dit jaar stond voor mij onder meer in het teken van regisseur Howard Hawks. Naar aanleiding van de biografie The Grey Fox Of Hollywood van Todd McCarthy heb ik veel films van hem gezien, waaronder een paar van zijn bewaard gebleven zwijgende films. De klassieke western Red River, waarin de zeer verschillende acteerstijlen van John Wayne en method actor Montgomery Clift een interessant duel met elkaar aangaan, behoort tot een van de beste van Hawks en is dit jaar op een rijkelijk gevulde Blu-ray verschenen bij het Britse Masters Of Cinema.

2. Los Angeles Plays Itself (Thom Andersen, 2003)
Los Angeles is een van de meest gefilmde steden ter wereld. In de dit jaar eindelijk op dvd en Blu-ray verschenen essayfilm Los Angeles Plays Itself komt de stad voorbij in vele filmfragmenten. Los Angeles is meestal slechts een decor, maar het wordt pas interessant wanneer de stad het onderwerp wordt in films van regisseurs die de straten en het dagelijks leven van de gewone man heel goed kennen en de Hollywoodsaus achterwege laten.

wakeinfright2

1. Wake In Fright (Ted Kotcheff, 1971)
Wake In Fright is een invloedrijke nachtmerrie over een intellectueel die in een Australisch stadje zijn geld verliest en zich laat meeslepen door de gewelddadige machocultuur. Aanpassen staat gelijk aan zelfdestructie. De film pelt het dunne beschermlaagje van de beschaving af en ontbloot de onderbuik van de Australische achterlanden. Daar heersen mannelijke instincten en zijn boeken, schilderijen en films ingeruild voor alcohol, gokspelen en de kangoeroejacht. Wake In Fright was niet alleen een inspiratie voor latere Australische filmers, maar ook voor Martin Scorsese zoals overduidelijk is te zien in zijn grimmige komische meesterwerk After Hours (1985).


De beste documentaires (bioscoop & dvd)

FindingVivianMaier

8. Finding Vivian Maier (John Maloof & Charlie Siskel, 2013)
De zoektocht naar details uit het leven van de teruggetrokken fotograferende kinderjuf Vivian Maier (1926-2009) is vooral interessant dankzij de kwaliteit van de foto’s die ze tijdens haar leven voor het publiek verborgen hield.

7. The Punk Singer (Sini Anderson, 2013)
Er zijn eerder documentaires gemaakt over het fenomeen riot grrrl, maar het verhaal over Kathleen Hanna, het boegbeeld van deze radicale muzikale feministische stroming, lijkt mij de meest definitieve van de reeks. Aan de hand van haar levenswandel is te zien en te horen hoe riot grrrl zich een plaats heeft weten te veroveren binnen de door haantjes gedomineerde punkscene en hoe het subgenre zich muzikaal heeft ontwikkeld. Naast de geschiedenis van een muziekstroming en Hanna’s ontwikkeling als muzikant gaat The Punk Singer ook over wat het voor een mens betekent om te laat gediagnosticeerd te worden met de ziekte van Lyme.

6. Sacro GRA (Gianfranco Rosi, 2013)
De ringweg GRA omcirkelt Rome als een ring rondom een planeet. Documentairemaker Gianfranco Rosi ontmoet mensen die zich in de ring begeven. De cirkelvormige beweging is alomtegenwoordig: in de camerabewegingen, in grote en kleine voorwerpen die in beeld komen, door mensen die rondjes lopen, rijden of varen en door het verloop van de dagen en de wisseling van de seizoenen. Als de cirkel wordt doorbroken houdt het leven op.

5. Jodorowsky’s Dune (Frank Pavich, 2013)
De Chileense Alejandro Jodorowsky probeerde ooit de sciencefictionklassieker Dune te verfilmen. Aan ambities en toezeggingen van vele beroemdheden geen gebrek, maar wel aan financiële middelen waardoor Dune de mooiste film werd die nooit is gemaakt. De levenslustige bejaarde Jodorowsky staat uiteraard centraal in deze reconstructie van het pre-productieproces. De regisseur brengt de geplande film alsnog tot leven dankzij het grote plezier waarmee hij herinneringen ophaalt aan onder meer zijn ontmoetingen met Mick Jagger, Pink Floyd, Salvador Dalí en Orson Welles.

4. The Missing Picture (Rithy Panh, 2013)
Rithy Panh beeldt het schrikbewind van Rode Khmer in Cambodja uit met hulp van kleipoppetjes, maar dat maakt zijn verhaal niet minder gruwelijk.

3. 20,000 Days on Earth (Iain Forsyth & Jane Pollard, 2014)
Zonder tussenkomst van archiefbeelden vertelt de Australische muzikant Nick Cave over zijn verleden, zijn inspiratiebronnen, zijn werkmethodes en zijn visie op het leven van een kunstenaar. Hij doet dat als een personage in een fictiefilm die zich afspeelt op één dag in en rondom zijn huidige woonplaats Brighton. Cave praat ook over zijn grootste angst: het verlies van herinneringen. De vraag is welke Nick Cave we zien in deze fictieve documentaire. De rockster? De crooner? De auteur? De acteur? De poseur? De liefhebbende vader? Wat in deze opmerkelijk geconstrueerde documentaire vooral naar buiten komt is Nick Cave als inspirator.

2. The Possibilities Are Endless (James Hall & Edward Lovelace, 2014)
De muziekdocumentaire The Possibilities Are Endless gaat over de Schotse popmuzikant Edwyn Collins en een leven dat ingrijpend veranderde na een hersenbloeding. Wat de film zo bijzonder maakt is de eerste helft waarin de kijker in het hoofd en de herinneringen van de zanger geplaatst wordt. De documentaire lijkt zo meer op een speelfilm van Terrence Malick. De chronologie ligt aan gort en omdat de documentaire de vorm aanneemt van de beschadigde flashbacks is ook de film enige tijd een ontwrichte collage van losstaande filmfragmenten. Pas laat komt de zanger zelf in beeld en volgen we zijn terugkeer naar zijn studio. Een film die eerst over nauwelijks te bevatten angst ging, gaat uiteindelijk over levenskracht.

maidan

1. Maidan (Sergey Loznitsa, 2014)
De camera’s in Maidan zoomen nooit in en filmen geen close-ups. De documentaire bestaat uit een aaneenschakeling van totaalshots en werkt daarom het beste als je hem ziet op het grote doek. Net als bij schilderijen van Pieter Bruegel de Oude moet de kijker zelf op zoek naar details op en rondom het Onafhankelijkheidsplein in het centrum van Kiev tijdens de protestmanifestaties tegen het regime van de Oekraïense president Janoekovytsj. Het protest is een collectieve daad en daarom belicht de film het collectief in plaats van het individu. Maidan kiest bewust niet voor de doorsnee journalistieke manier van registeren en monteren. Niet het lot van de overledenen en de nabestaanden staat centraal maar dat van een heel volk. Ondanks de afstand van de camera is de blik nooit afstandelijk.


Films die ik dit jaar liever niet had gezien

luciadeb

10. Lucia de B. (Paula van der Oest, 2014)
Dat Lucia de B. erg tegenvalt is niet de schuld van de talentvolle actrice Ariane Schluter, maar komt omdat het verhaal voor een aanzienlijk deel gezien wordt door de ogen van iemand anders dan het titelpersonage. Judith Jansen (Sallie Harmsen) is meer een storende scenarioconstructie dan een personage.

9. Hotell (Lisa Langseth, 2013)
Hotell heb ik zo verdrongen dat ik telkens als ik de titel zie moet opzoeken waar het verhaal ook alweer over gaat. De film had een indringend drama kunnen zijn over een vrouw (Alicia Vikander) die een traumatische gebeurtenis probeert te verwerken. Helaas laat ze zich tijdens haar therapie gewillig omringen door malle typetjes met wie ze op eigen kosten diverse hotels afstruint om daar door middel van een rollenspel weer tot zichzelf te komen. Een van de komisch bedoelde scènes betreft de ontvoering van een klein kind die in bad moet met een enge vreemde man. Hoe de vrouw aan het geld komt om al die dure hotels te betalen blijft een raadsel.

8. Trancendence (Wally Pfister, 2014)
Films over computers zijn van zichzelf vaak al problematisch omdat je via een scherm naar mensen zit te kijken die naar schermen zitten te kijken. Als de hoofdrolspeler zelf verandert in een computerbeeld heb je pas echt een groot probleem, zeker als die door een slaperig ogende Johnny Depp wordt gespeeld.

7. Fading Gigolo (John Turturro, 2013)
Fading Gigolo is een pikant bedoelde, flauwe komedie over een voormalige handelaar in tweedehands boeken (Woody Allen) die zijn vriend (John Turturro) aanmoedigt een gigolo te worden en vervolgens zelf een flink percentage van de inkomsten incasseert. Humor is pijnlijk duidelijk het grootste struikelblok in Fading Gigolo. Regisseur en scenarioschrijver Turturro dacht namelijk dat als Woody Allen de teksten zou uitspreken het matige script vanzelf grappig zou worden.

maps-to-the-stars2

6. Maps To The Stars (David Cronenberg, 2014)
Maps To The Stars bespaart ons geen enkel cliché over verderfelijk Hollywood. De grappen zijn over de gehele linie van een bedenkelijk niveau. Het ergste is de scène waarin een geconstipeerde actrice (Julianne Moore) zich in aanwezigheid van haar hulpje (Mia Wasikowska) zonder gêne bevrijdt van een serie scheten. De film is duidelijk gemaakt door een buitenstaander die geen affiniteit heeft met Hollywood en er ook nooit heeft gewerkt. Bij films als Sunset Blvd. (1950), The Player (1992) en Mulholland Dr. (2001) zaten altijd insiders op de regiestoel. Maps To The Stars mist de scherpte en het venijn van die beroemde Hollywoodsatires

5. Feuchtgebiete (David Wnendt, 2013)
Soms moeten mensen letterlijk door de stront waden om hun doel te bereiken, maar daar hoeven ze anderen niet per se getuige van te laten zijn.

4. The Trip To Italy (Michael Winterbottom, 2014)
The Trip To Italy toont aan dat The Trip (2010) een geinige toevalstreffer was die zich niet zomaar laat herhalen, zeker niet wanneer de komieken Steve Coogan en Rob Brydon op de automatische piloot improviserend schmieren.

3. The Monuments Men (George Clooney, 2014)
Vrijwel alle lollig bedoelde scènes in deze oorlogsfilm zijn non-events, bedoeld om koddige acteurs Bill Murray, John Goodman en Bob Balaban ruimte te geven. De geforceerde jacht op de lach zuigt al het mogelijke drama uit het verhaal en gaat ten koste van de spanning. Oubolligheid overheerst.

2. Trash (Stephen Daldry, 2014)
Alle goede bedoelingen in het luidruchtige Trash verdampen vanwege een ridicuul script. Wanneer José Angelo (Wagner Moura) de corrupte politicus waar hij voor werkt wil ontmaskeren, kiest hij constant en systematisch voor de meest gecompliceerde methode. Hij verbergt het bewijs achter een grafsteen op een grote begraafplaats en doet net of hij zijn dochtertje begraaft. Het arme kind moet voor onbepaalde tijd tussen de graven zwerven totdat pappie misschien terugkeert. Al ze geluk heeft vindt iemand anders de aanwijzingen die als puzzelstukjes zijn achtergelaten in Angelo’s portemonnee. Vlak voordat hij door de corrupte politie wordt opgepakt en vermoord gooit hij de portemonnee in een voorbijrijdende vuilniswagen. Een armlastig weesjongetje vindt de gecodeerde verwijzingen naar het bewijsmateriaal op de afvalberg waar hij dagelijks met zijn maatje op zoek is naar verkoopbare rommel. Samen ontrafelen ze het mysterie alsof ze de hoofdpersonages zijn in een thriller van Dan Brown. Het is werkelijk een wonder dat de waarheid uiteindelijk toch boven water komt.

omar-sy-in-samba

1. Samba (Olivier Nakache & Eric Toledano, 2014)
De enige geslaagde scène in Samba is de openingsscène, omdat het een interessante omkering is van de befaamde Copacabana Shot uit Goodfellas (Martin Scorsese, 1990). In de film van Scorsese gaat de camera met het hoofdpersonage via de achterdeur naar de beste plek in de nachtclub. Bij Samba beginnen we bij de gefortuneerde feestvierders en eindigen we in de keuken bij de laagste plek in de pikorde: tussen de vuile borden. Hoofdpersoon Samba (Omar Sy) ambieert de functie van chef, maar vanwege zijn illegale status als asielzoeker is dat een onbereikbare droom.

Het regisserende duo Olivier Nakache en Eric Toledano had de filmhit Intouchables (2011) volledig te danken aan de chemie tussen hoofdrolspelers Omar Sy en François Cluzet. Die twee hadden zoveel plezier met elkaar dat je bijna zou vergeten dat veel komisch bedoelde scènes zonder hun chemie een stuk minder grappig zouden zijn geweest. In Samba is alleen de innemende Omar Sy overgebleven en blijkt diens komische uitstraling onvoldoende om de film in zijn eentje te redden. Zijn belangrijkste tegenspeler Charlotte Gainsbourg is in de rol van de verlegen Alice vrij rampzalig als komisch bedoelde actrice. Haar personage is tamelijk ongeloofwaardig omdat ze denkt een burn-out te verhelpen door zich als vrijwilliger te bemoeien met complexe juridische vluchtelingenzaken. Ze is zo onhandig, onzeker, onwetend en onoplettend dat je je afvraagt wat haar werkgevers heeft bezield haar aan te nemen.


De ergste films in de thuisbioscoop

everywhen

5. Welcome To New York (Abel Ferrara, 2014)
4. The Canyons (Paul Schrader, 2013)
3. Pluto (Su-won Shin, 2012)
2. Killers (The Mo Brothers, 2014)
1. Everywhen (Jarand Breian Herdal, 2013)


De albums van 2014 die ik het vaakst heb gedraaid

25. Zammuto – Anchor
24. The Bug – Angels & Devils
23. Godflesh – A World Lit Only By Fire
22. Carla Bozulich – Boy
21. Sunn O))) & Ulver – Terrestrials

20. Ben Frost – A U R O R A
19. 2562 – The New Today
18. Pharmakon – Bestial Burden
17. A Winged Victory For The Sullen – Atmos
16. Marsen Jules – Beautyfear

15. K. Leimer – A Period Of Review (Original Recordings: 1975-1983)
14. Downliners Sekt – Silent Ascent
13. Protomartyr – Under Color Of Official Right
12. Marissa Nadler – July
11. Shivers – Shivers (Rutger Zuydervelt/Gareth Davis/Leo Fabriek)
10. DNMF – DNMF (Rutger Zuydervelt van Machinefabriek & Dead Neanderthals)
9. The House Of Cosy Cushions – Spell
8. Fhloston Paradigm – The Phoenix
7. Dean Blunt – Black Metal
6. The Unsemble – The Unsemble

5. The Lowland Hundred – The Lowland Hundred
The Lowland Hundred komt uit Aberystwyth, een slaperig studentenstadje aan de westkust van Wales. Het is op hun derde album even wennen aan de trillende stem van zanger Paul Newland. Hij klinkt als een kruising tussen Elvis Costello en Robert Wyatt. Zijn fragiele zang blijkt uiteindelijk goed te passen bij de delicate instrumentatie en arrangementen en de mengeling van elektronica met natuurgeluiden. De vier lange, rustig opgebouwde nummers zullen zeker in de smaak vallen bij liefhebbers van het late werk van Talk Talk.

4. Grouper – Ruins
Ruins begint met wat lijkt op een hartslag. Daarna zet een pianist in en worden liedjes opgebouwd uit spaarzame noten en eenvoudige akkoorden. Zangeres Liz Harris voegt haar geheimzinnig fluisterende zangstem toe en trekt de luisteraar langzaam een dichte ambientmist in om hem daar vervolgens aan zijn lot over te laten.

3. SWANS – To Be Kind
De grote reus stampt nog steeds met zijn poten en swingt dit keer ook vervaarlijk met zijn heupen.

2. Broeder Dieleman – Gloria
Broeder Dieleman heeft een paar woorden nodig om het Zeeuwse landschap uit te tekenen en enkele van zijn bewoners te schetsen. Hij plaats ons op een stoel voor een raam dat uitkijkt op de storm die buiten in de duisternis raast. In het nummer Leger Van De Heer zie ik de soldaten uit de Eerste Wereldoorlog voor me uit de film J’Accuse (Abel Gance, 1919) die met wezenloze blikken bezig zijn met een eeuwigdurend wandeling naar een onbereikbare hemel. Gloria is een plaat over geloof, maar toch vooral een plaat over twijfel.

spacesirenmonkey

1. Space Siren – If You Scream Like That Your Monkey Won’t Come
Producer en gitarist Corno Zwetsloot (1965-2014) schilderde met geluid en gebruikte zijn mengpaneel als een palet. Hij mengde kleur op kleur, schraapte verfstrepen weg, bracht ruwe krassen toe en begon helemaal opnieuw als het eindresultaat hem niet beviel. Hij was een perfectionist die probeerde te voorkomen dat de muziek door die minutieuze werkmethode te bedacht en te geconstrueerd zou gaan klinken. Op het laatste album met zijn band Space Siren heeft hij zijn werkmethode geperfectioneerd, niet in het minst vanwege de inspirerende samenwerking met zijn medemuzikanten. If You Scream Like That Your Monkey Won’t Come is een gitaarplaat waarbij melodie en emotie niet door noise worden verdrukt maar er juist door worden opgetild. Alle feedback, boventonen, onverwachte effecten en bijgeluiden zijn onder controle en doordrongen van melancholie en verlangen.


Concerten die ik niet snel zal vergeten

Swans

Swans

10. Swans (Paradiso, 26 september)
Zoals vaker speelde Swans veel nieuw werk. Van het repertoire dat is te vinden op het meest recente album nam Just A Little Boy (For Chester Burnett) een centrale plek in, een nummer dat is opgedragen aan Howlin’ Wolf. Een treffende associatie, want Swans is een moderne, luide en vertraagde variant op grotestadsblues. Zanger/gitarist Gira maakte een minder uitgelaten en energieke indruk dan toen ik hem drie jaar geleden in de Melkweg zag spelen. Dat deed echter niets af aan de intensiteit van het optreden. De geluidsman zorgde ervoor dat het majestueuze massieve geluid geen last had van de eigenwijze akoestiek in Paradiso. Zelden klonk een zwaar volume zo helder in de voormalige kerk.

9. Tara Jane O’Neill (dB’s Utrecht, 3 juni)
Tara Jane O’Neil was in een opgewekte stemming, ondanks de sinusitis die haar dwarszat. Haar vrolijke bui vormde een mooi contrast met de sombere ijle liedjes tijdens de soloset. TJO gebruikt haar delaypedaal en andere effecten live niet als trukendoos maar als middel om losse noten om te zetten in een basis van warme akkoorden. Haar ingetogen, hoge zang zweeft op de akkoorden mee. Niet alle gitaareffecten klonken zoals TJO ze had gepland. De zangeres ving de onvolkomenheden op met humor en maakte op die manier de afstand tot haar publiek nog kleiner. De lichte echo op de dubbele microfoon maakte van het popzaaltje een klein kerkje, een gevoel dat werd versterkt door de harde houten bankjes waar het publiek op zat. In een intieme setting is Tara Jane O’Neil op haar best.

8. Pop.1280 (Melkweg, 31 januari)
Het festival Grauzone bestaat uit vertrouwde namen uit de new wave van de jaren tachtig, aangevuld met nieuwe bands die in hun kielzog opereren. Pop.1280 was de knallende afsluiter van Grauzone 2014 voor wie na middernacht, en met de nodige drank in het lijf, de weg wist te vinden richting de bovenliggende Theater Room. Met hun cyberpunkversie van The Birthday Party gaven zanger Chris Bug en zijn vier bandleden extra kleur aan de benevelde toestand waarin sommige mensen zich in de voorste rijen bevonden. Tegen het einde van de intense set lagen zowel de gitaar als een van de toetsenborden uitgeput tegen de grond gesmeten. Het kostte de gitarist een halve toegift om de snaren enigszins recht te krijgen voordat hij het instrument opnieuw van zich afwierp, ditmaal richting het drumstel. Na de netjes ingestudeerde reproducties eerder op de avond door veteranen Twice A Man, Lydia Lunch en Peter Hook was de overmoedige jeugdige chaos van Pop. 1280 heel verfrissend.

7. Ashley Paul (OCCII, 18 april)
Tijdens het SOTU Festival in de OCCII maakte Ashley Paul veel indruk door tijdens haar optreden zo zacht mogelijk te spelen. Elke aanraking op de snaren klonk als een aarzeling, zodat er veel leegte tussen de versnipperde noten ontstond. Als ze niet op haar saxofoon beet, zong Paul met monotone fluistering. De minimale arrangementen zaten vol schurende harmonieën en kale herhalende intervallen, af en toe aangevuld met minuscule percussie en schrille uithalen op de saxofoon. De afwijkend gestemde gitaar zorgde ervoor dat dissonanten overheersten. Ashley Paul maakt niet bepaald muziek om te behagen, maar dat nam niet weg dat ze de zaal regelmatig stil kreeg met emoties van het onsentimentele soort.

6. Protomartyr (De Nieuwe Anita, 9 augustus)
De Amerikaanse band Protomartyr was een van de verrassingen van het jaar. Zanger Joe Casey laat zich leiden door opgekropte woede, maar heeft geen rockposes nodig om dat gevoel te versterken. Casey is geen showman. Toen hij in de kelder van De Nieuwe Anita zijn baseballpet en bril afzette en in zijn alledaagse overhemd achter de microfoon ging staan, deed hij me denken aan een kruising tussen David Brent uit The Office en het personage Johnny uit de film Naked van Mike Leigh. Soms met een hand in de zak of met een bierfles in de hand zong Casey met onvaste stem over liefdeloosheid en agressie in de grote stad. Detroit kan soms hetzelfde onbehagen oproepen als een stad als Amsterdam. De bandgenoten begeleidden de zanger met repeterende minimale akkoordenschema’s en gitaarriffs en -loopjes die waren beïnvloed door voornamelijk Britse postpunk. Het totaalgeluid klonk dankzij de drumpartijen van Alex Leonard zo energiek dat we ondanks het negatieve wereldbeeld van Casey na afloop toch met een opgebeurd gevoel de nacht in gingen.

5. Neutral Milk Hotel (Paradiso, 11 augustus)
Van Neutral Milk Hotel kon ik niet verwachten dat ze me net zo zouden gaan overdonderen als in september 1998 toen de band een half uur de tijd kreeg om het publiek in de oude zaal van de Melkweg te imponeren. De band had er ook in Paradiso ontzettend veel zin in. De muzikanten waren geen moment minder gretig dan tijdens hun eerste Amsterdamse optreden. Ditmaal hoefden ze echter niet gehaast een hele set in een half uur te proppen en hadden ze een groot, gewillig en vooral heel jong publiek voor zich.

4. Headwar (Vondelbunker, 14 oktober)
Na afloop van het concert van Glenn Branca in de Melkweg werden we door een bevriende gitarist meegesleept naar De Vondelbunker onder de Vondelparkbrug. Daar deed hij ons een heel groot plezier mee, want anders hadden we nooit Headwar gezien. De jonge noisepunkband uit het Franse Amiens voerde hun uptempo combinatie van Sonic Youth en Butthole Surfers uit met de gecontroleerde gekte van vroege Boredoms. De twee jongens en twee meisjes gingen hun instrumenten als jonge wilden te lijf. De vellen hingen van de gitaren. De energieke Fransen maakten op het eerste gezicht een onbesuisde indruk, maar ze wisten precies waar ze mee bezig waren. De gitaristen gebruikten hun instrumenten als extra percussie door niet alleen op de snaren te slaan maar ook op het versleten bekken en de koebel die er provisorisch aan waren gemonteerd. De band schudde hevig en met groot plezier aan de rockfundamenten. Dat was een stuk opwindender dan de serieuze wijze waarop Branca’s ensemble een paar uur eerder hun hemelse lawaai produceerde.

Space Siren

Space Siren

3. Space Siren (OT301, 19 juni)
2. Space Siren & The Ex (Patronaat, 1 oktober)
Space Siren liep als een rode draad door 2014. Ik zag de band zes keer, onder meer als voorprogramma van Thurston Moore en als naprogramma van Swans, en realiseerde me pas in de loop van het jaar dat de optredens een groots afscheid waren van gitarist en producer Corno Zwetsloot. Hij wilde zo lang mogelijk door blijven spelen ondanks de pijn die zijn nietsontziende ziekte veroorzaakte. Tijdens de presentatie van het tweede album If You Scream Like That, Your Monkey Won’t Come toonden de vier bandleden dat ze volledige controle hadden over het repertoire en de instrumenten. Het gemak waarmee ze speelden gaf de set extra intensiteit. Ook in het Patronaat, tijdens wat achteraf het allerlaatste optreden van Space Siren bleek te zijn, bleef het energieniveau van het eerste tot en met het laatste nummer hoog. Ondanks zijn verslechterende gezondheid speelde Corno onverminderd gedreven, waarschijnlijk wetend hoeveel energie hij het publiek daarmee gaf.

1. The Ex Festival  (Paradiso, 1 maart)
The Ex blijft inspireren, al meer dan dertig jaar lang, en dat deden ze ook weer tijdens hun jubileumtournee samen met bevriende bands. De afsluitende avond in Paradiso begon al op fenomenale wijze met het optreden van openingsband Space Siren. De band had in de grote zaal vanaf een tijdelijk podium links onder het balkon tussen de pilaren geen enkele moeite met de eigenwijze akoestiek van de voormalige kerk. De akkoorden vlogen niet alle kanten op, zoals het bij andere gitaarbands weleens wil gebeuren, maar maakten zich de ruimte volledig eigen en bleven als een warme wervelwind rondom de toeschouwers cirkelen. In plaats van ons omver te blazen omhelsde de band ons met hun muziek.

Het festival werd afgesloten met een zinderende set van The Ex zelf. Alle inspiratie die de band eerder op de avond tijdens de optredens van de andere bands had opgezogen ontlaadde zich in een ontembaar energieke show. De muzikanten vertoonden geen enkele verschijnselen van vermoeidheid, ondanks drie decennia vol wereldreizen en optredens. Integendeel, de kracht waarmee zij zich fysiek op de robuuste riffs en oerritmes storten, lijkt per optreden toe te nemen. De levenslustige performance nodigde uit tot dansen, zowel in de zaal als op het podium. Een paar keer voegden de dansers van de Ethiopische groep Fendika zich bij The Ex en tweemaal sprong Terrie Ex’ dochter Lena en haar schoolmaatjes vanuit de coulissen spontaan het podium op voor een korte dansje. De volgende generatie The Ex diende zich aan.

Ook de moeite waard: Bonnie ‘Prince’ Billy & Broeder Dieleman (Roode Bioscoop, 22 september), Haperende Mens Festival (Melkweg, 12 september), Kenney/Kang/Park (OCCII, 17 november), ZZZ’s (De Nieuwe Anita, 16 mei)

4 thoughts on “Jaaroverzicht 2014

  1. Wat een mooie lijsten Gert. Met betrekking tot je films veel overeenkomsten. Enkel Boyhood vond ik tegenvallen en ik vond The Selfish Giant een prachtige film die ik bijna in geen enkel lijstje terug zie komen. Van het lijstje thuisbioscoopfilms ken ik er geen één. Eens kijken of ik jouw top drie ergens kan vinden om nog in de vakantie te bekijken.

    Muziek dan. Broeder Dielemans stond bij mij op één. Prachtplaat en vorige week nog een heel mooi concert van meegepikt. Swans kan ik mij ook wel iets bij voorstellen, al kwam hij niet in mijn top tien voor. Grouper heb ik te laat ontdekt om nog mee te nemen in mijn lijstje.

    Desalniettemin mooie lijstjes.

  2. Kijk, dat zijn de betere vadsige lijstjes. 😀 Best wel wat verrassingen (Kreuzweg, Suzanne)! 🙂
    over Boyhood zal ik hier zwijgen, maar Wake in Fright stemt me natuurlijk tevreden.
    Gelukkig nieuwjaar, Gert.

  3. @protagonisten (m): The Selfish Giant is zeker een mooie film en was in de eerste helft van het jaar nog wel een kanshebber voor de eindlijst, maar films die in de eerste maand van het jaar worden uitgebracht worden soms ondergesneeuwd door wat er in de daaropvolgende maanden verschijnt. Om die reden was ik The Wolf Of Wall Street ook bijna vergeten.

    @Ludo: Thanx! Ook de allerbeste wensen voor 2015.

  4. Mooie uitgebreide lijst, Gert!
    Zoveel films als jij kunt verwerken in een jaar, daar kan ik niet aan tippen (en wie wel?) maar Zowel Under The Skin als Kreuzweg en A Touch of Sin staan ook in mijn top-5. Boyhood is geweldig van concept en uitvoering maar de inhoud is me wat te soapy (nou weet ik dat het hier juist drááit om de ‘gewone’, terloopse momenten, maar daarvoor hoef ik niet naar de film :-)) Wat je thuisbioscoop betreft, dat As I Lay Dying zou ik dolgraag een keertje zien. ‘Terwijl ik al heenging’ (ook de titel is ‘gezien’ vanuit het perspectief van de overleden moeder) is één van mijn favoriete boeken en als de film is als het boek, lijkt me dat in dit geval een aanbeveling. Ik snap dat je die Nick Cave-documentaire hoog inschat want hij is bijzonder van vorm maar het was wat mij betreft dé tegenvaller van het jaar en een groot bewijs van de tomeloze zelfoverschatting die Cave de laatste (?) jaren kenmerkt: hoe haalt-ie het in zijn hoofd om –met zo’n catalogus aan geweldige songs- uitgerekend van die zeiknummers als Give Us A Kiss te laten filmen, nog eens slap uitgevoerd óók?

    Headwar in de Vondelbunker was inderdaad een onverwacht en magnifiek genoegen en het optreden van Space Siren in het Patronaat was een slotakkoord zó krachtig dat je dat elke overleden muzikant zou wensen. Wat Space Siren betreft: het komt niet geheel onverwacht maar het is toch heel mooi dat jouw eindlijst een klein en persoonlijk monumentje voor de bevlogen muzikant Corno Zwetsloot is geworden. De meeste van de beste concerten in je lijst heb ik samen met jou mogen beleven. En als het aan mij ligt gaan we daar voorlopig ‘gewoon’ mee verder! Beste wensen voor 2015!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *