Horror en jeugdsentiment: Zombie en The Deadly Spawn

Facebooktwitterpinterestlinkedin
Zombie

Zombie

Doorgebeten halsslagaders, lillende ingewanden, afgestroopte mensenhuid, hongerige zombies en doorkliefde schedels zijn normaal gesproken lastig te combineren met nostalgie en jeugdsentiment. Voor Zombie (a.k.a. Zombie 2, Island Of The Living Dead, etc.) van Lucio Fulci uit 1979 maak ik graag een uitzondering.

Ik zag de film in 1980 in de Metro. Deze provinciebioscoop stond bekend vanwege zijn uiterst gerieflijke fauteuils, inclusief tweepersoons love seats op de achterste rijen, en moest het minder hebben van een geïnspireerde filmprogrammering. Genreliefhebbers wisten de Metro te vinden vanwege de horror- en sciencefictionfilms die er ’s nachts in het weekend naast Tiroler sekskomedies soms te zien waren. Een enkele keer werd een Star Wars ripoff als Starcrash (Luigi Cozzi, 1978) afgewisseld met iets meer kwaliteit zoals de remake Invasion Of The Body Snatchers (Philip Kaufman, 1978). Vaak kwam ik niet verder dan het bekijken van de stills in de vitrine aan de buitenmuur van de bioscoop, want als minderjarige was het lastig zonder begeleiding diep in de nacht naar een film van boven de 16 te gaan. Ik was dan ook zeer verheugd toen Zombie zowaar op reguliere aanvangstijden draaide. Dat was nog eens wat anders dan The Love Bug, Walt Disney, Louis de Funès, James Bond of het volledige oeuvre van Bud Spencer & Terence Hill.

Bij de kassa werd gelukkig niet naar een paspoort gevraagd en dus zat de zaal gevuld met opgewonden scholieren. Verboden vruchten smaken bij voorbaat naar meer, zelfs als het rotte appels betreft. De openingsscène in de rivier langs Manhattan ben ik nooit vergeten: de stuurloze zeilboot, de twee agenten van de waterpolitie die poolshoogte komen nemen, het ongedierte en de smerigheid die ze aantreffen en de bulk van een zombie die plotseling vanuit de slaapcabine op ze af komt stormen. De spanningsopbouw blijkt ook 33 jaar na dato niets aan kracht te hebben ingeboet. De uit hun graven klimmende conquistadores mogen er ook zijn. Het onderwatergevecht tussen een zombie en een haai is memorabel omdat het zo belachelijk is. Aan spectaculaire speciale effecten geen gebrek.

Een enkel effect komt voort uit een continuïteitsfout. Let maar eens op de autonome premature flashbacks van de baard van dr. David Menard (Richard Johnson). De zwakte van de film zit vooral in de acteerprestaties. Het ergst is Olga Karlatos als de vrouw van een arts met een dokterspraktijk op een afgelegen voodoo-eiland. In haar enige dialoog is ze zo hysterisch aan het schreeuwen dat je blij bent als ze in haar volgende, beruchte scène een onfortuinlijk treffen heeft met een prominent uitstekende houtsplinter. Alle potentiële vrouwelijke slachtoffers blijven stokstijf stilstaan wanneer een horde ondode mensenvleeseters op ze af strompelen. Ze zetten het op een gillen in plaats van weg te rennen en een veilig heenkomen te zoeken, zoals een weldenkend mens zou doen.

De bekendste actrice in de film is Tisa Farrow. Zij heeft haar faam te danken door zus te zijn van Mia Farrow. Tisa’s eigen filmcarrière kent behalve Fingers (James Toback, 1978) verder weinig hoogtepunten en eindigde al in 1980 na Antropophagus van Joe D’Amato, een Italiaanse horrorfilm waarvan de laatste en beste scène prominent prijkt op posters en dvd-hoezen.

Arrow Video heeft Zombie 2 onder de officiële Britse titel Zombie Flesh Eaters met veel egards heruitgebracht. Het sublabel van Arrow Films mag zich daarmee The Criterion Collection van de slechte smaak noemen. De tweede schijf staat volgestouwd met extra’s en de film is voorzien van twee commentaartracks.

The Deadly Spawn

The Deadly Spawn

Eerder in het jaar pakte Arrow Video al uit met The Deadly Spawn, een monsterfilm uit 1983 die bioscoop de Metro volgens mij nooit heeft gehaald. The Deadly Spawn is in een periode van twee jaar in vrije weekenden opgenomen met vrienden, kennissen en een 16mm camera. Het acteerwerk van de amateurs is vaak hopeloos en van enige suspense is geen sprake. Wat anno 2012 overeind blijft is het monster uit de titel. Het wormvormige, meerkoppige gedrocht bestaat voornamelijk uit een opeenstapeling van vlijmscherpe slagtanden en is gelukkig met grote regelmaat in beeld. Het monster haalt het beste in de cameraman naar boven, wat overigens leidt tot slechts twee à drie bevlogen shots, zoals het eindshot en die waarin tiener Charles (Charles George Hildebrandt) tegenover opengesperde kaken staat, zoals te zien in bovenstaande still. Dat is te karig om anderhalf uur voor wakker te blijven.

Zombie 7/10 | The Deadly Spawn 3/10