Grauzone 2014 in de Melkweg (31 januari)

Facebooktwitterpinterestlinkedin
Pop. 1280

Pop. 1280

De overeenkomst tussen de Top 2000, De Vrienden Van Amstel LIVE en het Grauzone Festival is collectief gedeelde nostalgie. Er is niets mis met de onbedwingbare behoefte om gezamenlijk te zwelgen in het gekoesterde verleden, zolang je maar niet permanent achterom blijft kijken. Voordat je het weet verander je in zoutzuil. Een van de grootste verschillen tussen Grauzone en de andere twee bovengenoemde evenementen is dat het festival ook vooruit kijkt en hedendaagse bands met nieuw eigen repertoire programmeert. Grauzone onderscheidt zich ook door de aanwezigheid van hanenkammen. Het geluidsvolume is over het algemeen beduidend hoger en het gaat er in de voorste rijen iets woester aan toe. Dat laatste gold afgelopen vrijdag in de Oude Zaal overigens niet tijdens de North Sea Jazz-set van bassist Jah Wobble en de terugkeer van Twice A Man.

Ik heb de platen van Twice A Man grijsgedraaid tijdens de middelbare schooltijd en de eerste studiejaren. Hun aanwezigheid op het festivalprogramma had me uiteindelijk doen besluiten een kaartje te kopen. Live toonde de band minder geestkracht dan verwacht. De melancholische muziek van de drie oudere Zweedse mannen was ingetogen, ook tijdens de bombastische passages. Het tempo lag zelfs bij de snellere nummers lager dan ik me van de platen kon herinneren. De drummachine gaf braaf en weinig gevarieerd de maat aan en zorgde ervoor dat de nummers bleven steken in stramme herhalingen.

Twice A Man

Twice A Man

De presentatie maakte hier en daar een onzekere indruk. De zanger/gitarist had voor alle zekerheid spiekbriefjes op zijn lessenaar liggen en was minder tekstvast dan de personen die vooraan in het publiek woord voor woord meezongen. Mensen die op deze avond voor het eerst kennis maakten met Twice A Man, zullen weinig onder de indruk zijn geweest. Zelf was ik ondanks het timide karakter van het optreden verheugd de band eindelijk een keer live te zien, want dat was er dertig jaar geleden niet van gekomen.

Na de slappe hand van de Zweedse band werd ik vervolgens in de Max fijngeknepen door de ferme klauw van Chris & Cosey. De kracht van hun elektronische ritmes ontrafelde de stof van mijn kleren, ondanks mijn strategische positie achter in de zaal. Terwijl op het projectiescherm achter het duo het oog uit Un Chien Andalou werd doorkliefd, gingen de bassen dwars door mijn ruggenmerg. De luide industriële tribal beats uit de apparaten van Chris Carter werden afwisselend verzacht door de afstandelijke zang van Cosey Fanni Tutti en versterkt door grillige noise uit haar gitaar. Naast recente tracks als Coolicon kwam ouder repertoire voorbij, zoals de luchtige new wave-klassieker October Love Song. De oerritmes van Chris & Cosey werden door henzelf in 1985 omschreven als Techno Primitiv, een noemer die nog steeds opgaat. Het duo heeft na meerdere decennia nergens aan kracht ingeboet.

eM

eM

Voordat ik terugkeerde naar de Oude Zaal maakte ik een korte tussenstop in de Cinema Room waar hometaper eM. half verstopt in het programma stond opgesteld. Zijn elektronische huisvlijt, bestaand uit kale ritmes en eenvoudige basloopjes, is zo stevig verankerd in het begin van de jaren tachtig dat het leek alsof aan het optreden een winterslaap van dertig jaar vooraf was gegaan. De sympathieke schematische liedjes waren voornamelijk vrijblijvend luchtig en springerig, onderbroken door een iets donkerder nummer met duidelijk aanwijsbare invloeden van het Amerikaanse duo Suicide.

Weasel Walter & Lydia Lunch

Weasel Walter & Lydia Lunch

Ondertussen was in de Oude Zaal het optreden begonnen van Lydia Lunch, grand old lady van de no wave. Samen met Walter Weasel op bas en basdrum bracht ze oude nummers van Teenage Jesus And The Jerks (1976-1979) opnieuw tot leven, al is dat misschien geen goede omschrijving voor de vreugdeloze, straffe, tot op het bot afgekloven, conceptuele punk. Het optreden was even compromisloos als stijf.

Peter Hook & The Light

Peter Hook & The Light

De eerste noten die ik in de Max hoorde van Peter Hook & The Light maakten weinig vrolijk. De band was halverwege het debuutalbum van New Order beland en dat is natuurlijk geen feestplaat. Na een paar minuten pauze kwam de voormalige bassist van New Order met zijn anonieme bandleden terug voor een integrale uitvoering van Power, Corruption & Lies, het tweede studioalbum uit 1983. De opbeurende depri-liedjes van die plaat werden in exacte kopie nagespeeld, gestroomlijnd en fel, met de zingende Peter Hook als stralend middelpunt in plaats van de introverte Bernard Sumner. Hooks melodieuze baslijnen vormden altijd al de rockende kloten van de band. Hij is het enige lid van New Order dat kan wegkomen met deze covershow, mede omdat hij het zichtbaar naar zijn zin heeft midden in de schijnwerpers. De aanstekelijke, strakke set nodigde uit tot dansen en gedanst werd er op Age Of Consent, The Village, 586 en Leave Me Alone.

Cold Cave

Cold Cave

Na de feestvreugde bij New Order daalde de temperatuur tot toepasselijk ijzig blauw bij Cold Cave in de Oude Zaal. Gelukkig stond nog een knallende afsluiter te wachten voor wie na middernacht, en met de nodige drank in het lijf, de weg wist te vinden richting de bovenliggende Theater Room. Voordat zanger Chris Bug zijn hemd uittrok, vroeg hij of iemand speed bij zich had. Hij moest het doen met een biertje, maar ook zonder hulp van synthetische oppeppers had hij voldoende kracht in zijn dunne lijf om zijn band Pop. 1280 uit Brooklyn aan te jagen.

Pop. 1280

Pop. 1280

Met hun cyberpunkversie van The Birthday Party gaf de band extra kleur aan de benevelde toestand waarin sommige mensen zich in de voorste rijen bevonden. Chris Bug deed net alsof hij niets merkte van de jongedame die zich een paar keer wat te gewillig, en met haar ogen op de dichtstbijzijnde fotograaf gericht, op zijn onderlichaam stortte.

Pop. 1280

Pop. 1280

Tegen het einde van de intense set lagen zowel de gitaar als een van de toetsenborden uitgeput tegen de grond gesmeten. Het kostte de gitarist een halve toegift om de snaren enigszins recht te krijgen voordat hij het instrument opnieuw van zich afwierp, ditmaal richting het drumstel. Na de netjes ingestudeerde reproducties door veteranen Twice A Man, Lydia Lunch en Peter Hook was de overmoedige jeugdige chaos van Pop. 1280 heel verfrissend.