Zodiac (David Fincher, 2007)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

zodiac 01

Surfend op internet las ik ergens dat een recensent Jake Gyllenhaal op de automatische piloot en weinig geïnspireerd vindt spelen in Zodiac. De jonge, talentvolle acteur houdt zich inderdaad in, maar deze manier van acteren is juist heel dienstbaar aan de lange thriller van David Fincher.

Gyllenhaal speelt de cartoonist Robert Graysmith, een van de drie mannen die geobsedeerd raken door het raadsel van de Zodiac-moordenaar, de persoon die eind jaren zestig moorden begaat in het noorden van Californië en daarna kranten geheimzinnige brieven en cryptogrammen toestuurt. Een van die kranten is de San Francisco Chronicle waar naast Robert Graysmith ook Paul Avery (Robert Downey Jr.) werkt als misdaadverslaggever. De derde hoofdrolspeler is Mark Ruffalo als inspecteur David Toschi. Ook Ruffalo speelt zijn rol behoorlijk ingetogen. Door zijn vertolking is het moeilijk voor te stellen dat Toschi model heeft gestaan voor de stoere Steve McQueen in Bullit en Dirty Harry in de gelijknamige speelfilm uit 1971 met Clint Eastwood.

Door het ingetogen spel van Jake Gyllenhaal en Mark Ruffalo is het voor ons als kijker heel eenvoudig besmet te raken door hun obsessie. Gyllenhaal had Graysmith kunnen vertolken op dezelfde wijze als Richard Dreyfuss in Close Encounters Of The Third Kind (Steven Spielberg, 1977), waarin een man ook kapot gaat aan een obsessie (Graysmith maakt bergen van opgestapelde dossiers, Dreyfuss’ Roy bouwt in de woonkamer aan een echte berg, zich zo vervreemdend van zijn vrouw en kinderen), maar die intensiteit zou ons afgeleid hebben van de kern van de zaak. Tijdens het bekijken van de film willen wij als toeschouwer geen tijd spenderen aan de achtergronden en motieven van de hoofdpersonages. We hebben alle tijd nodig voor het koortsachtige onderzoek. Niet de acteurs en hun personages maar wij zelf zijn in Zodiac de speurders, naarstig op zoek naar de identiteit van de moordenaar.

zodiac 02

Zonder afgeleid te worden nemen we de vele gedetailleerde aanwijzingen zo goed mogelijk in ons op. We willen de agent en de cartoonist voor kunnen blijven en als eerste alarm slaan als we zeker weten dat de ware moordenaar voor het eerst in beeld stapt. De frustratie is dan ook extra groot als de agenten deze man tussen hun vingers door laten glippen, tegengezeten door bureaucratisch papierwerk, elkaar tegenwerkende politiedistricten en ouderwetse technieken. De obsessie van de hoofdpersonages wordt onze obsessie. We durven niet meer met de ogen te knipperen, bang belangrijk bewijsmateriaal over het hoofd te zien, met als gevolg dat we drie uur lang onafgebroken en zonder verveling mee gaan in het jarenlange onderzoek. De Zodiac zal gevonden moeten worden.