Spider Baby (Jack Hill, 1968)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

spiderbaby2

Soms heb ik zin in een onzinfilm, eentje die tientallen jaren stof heeft liggen happen in een vergeten hoekje in de filmgeschiedeniskelder en die, ondanks het ontberen van cinematografische waarde, liefdevol is opgepoetst door een in obscure titels gespecialiseerd label. Spider Baby is zo’n film.

B-filmer Jack Hill wordt met een uitgave op dvd in de gelegenheid gesteld de definitieve versie van de film te presenteren aan een nieuw publiek. De regisseur probeerde in 1968 zoveel mogelijk te verbergen dat hij voor het eerst in zijn eentje als regisseur opereerde en vanwege onervarenheid bloednerveus achter de camera stond. Hij had gelukkig de bekwame cameraman Alfred Taylor naast zich en horrorgrootheid Lon Chaney jr. (1906-1973) bleek een innemende, humorvolle oude acteur. Hill omschrijft Spider Baby als een komische variant op Psycho (1960). Het huis waar de vreemde familie Merrye (een Addams Family uit de jaren zestig) verblijft, lijkt verdacht veel op de woning van Psycho’s Norman Bates, zeker gezien vanuit een extreem lage camerapositie (zo laag gehouden om de omliggende huizen en elektriciteitskabels buiten beeld te houden).

De Merrye’s lijden aan een zeldzame, uitstervende ziekte die uitmondt in primitief gewelddadig gedrag. De vader van de volwassen kinderen Virginia, Elizabeth en Ralph is overleden en wat verder rest (oom Ned en tantes Clara en Martha) blijft uit het zicht, opgesloten in de catacomben van de woning. Chauffeur Bruno (Chaney) probeert het danig ontwrichte huishouden te bedienen, te verzorgen en te beschermen tegen de buitenwereld. Als die buitenwereld op bezoek komt in de vorm van een angstige zwarte postbode, is het einde van de dynastie nabij. In de geleverde brief staat dat verre neef en nicht Peter en Emily, met hulp van advocaat Schlocker en diens assistente, van plan zijn de kinderen uit huis te halen en het huis te verkopen.

De vrolijke tekeningen en het al even olijke liedje van componist Ronald Stein, dat wordt gezongen door Chaney, maken vanaf de openingstitels duidelijk dat we Spider Baby geen moment serieus hoeven te nemen. De acteurs zetten hun rollen aandoenlijk dik aan. Jill Banner en Beverly Washburn spelen de verwende Lolita’s Virginia en Elizabeth overdreven kinderachtig. Virginia is het spinnenkind uit de titel. Tijdens haar spinnenspelletjes vangt ze haar slachtoffers in een netje en duikt ze monter met twee scherpe messen op hen af.

Sid Haig (bekend als Captain Spaulding uit House Of 1000 Corpses (2003) en The Devil’s Rejects (2005) van Rob Zombie) als stomme en kale Ralph is een meer dan nieuwsgierige, volwassen baby met een vers geïnjecteerde dosis ADHD. Hij laat zich geenszins tegenhouden door primitieve basisbehoeften. Advocaat Schlocker (Karl Schanzer) is als klein naar mannetje een ideaal slachtoffer voor het gevaar dat in de kelder kruipt. De nette en kordate Peter (Quinn K. Redeker) doet zoveel mogelijk alsof er niets vreemds is aan zijn verre familie en blijft de hoffelijkheid zelve. Hij is meer geïnteresseerd in Ann (Mary Mitchel), de aantrekkelijke assistente van de advocaat, met wie hij een voorliefde deelt voor oude horrorfilms.

Bij een bezoek aan de Merrye’s mag een gezamenlijk avondmaal zeker niet ontbreken. Dat levert vertrouwde beelden op van gasten die de ene na de andere onsmakelijke kookcreatie van zich af proberen te duwen (de gebakken kat oogt nog het meest appetijtelijk), terwijl goedige Bruno de gerechten aanprijst als de fijnste lekkernijen. Een decennium later zou Tobe Hooper extremer uitpakken aan tafel bij de verknipte familie in The Texas Chainsaw Massacre (1974). Zou Hooper Spider Baby gezien hebben? Het zou me niet verbazen. Zou David Lynch deze film ook gezien hebben? Het zou best kunnen. In Eraserhead (1977) zit ook een beroemde scène waarin het hoofdpersonage een onsmakelijk kippenboutje moet aansnijden. Het eerste interieurshot van Spider Baby zou een decor kunnen zijn uit Eraserhead. Het eerste (en enige) ledemaat dat het moet ontgelden is een oor dat afgesneden bewaard wordt in een doosje voor grote lucifers. Dat doet onvermijdelijk denken aan het afgesneden oor uit Blue Velvet (1986).

Lon Chaney

Lon Chaney

Jack Hill benadert geen moment de kwaliteiten van de genoemde klassiekers. Spider Baby is low budget op z’n Roger Cormans. Verschillende verhaallijnen worden omslachtig parallel aan elkaar gemonteerd (een non-lineaire montage, noemt Hill het vergoelijkend in zijn audiocommentaar op de dvd) en de humor is te nadrukkelijk grappig bedoeld gespeeld om doel te treffen. De grappen zijn zelfs niet leuk als je enige kennis hebt van de klassieke Universal-horror (Lon Chaney citeert met uitroeptekens uit zijn eigen The Wolf Man uit 1941). Waar Spider Baby toch tot aan de laatste scène onderhoudend door blijft is de haarscherpe zwartwitfotografie vol stemmige schaduwen tijdens nachtscènes. Tel daarbij op het plezier en de overgave waarmee de acteurs zich zonder enige gêne op hun rollen storten en de inzet van Lon Chaney. De oude rot zet een aimabele lobbes neer die het beste voorheeft met de drie ontregelde grote kinderen. Hij merkt dat zijn charmeoffensief faalt en moet tot zijn grote verdriet overgaan tot drastische maatregelen voor het behoud van de waardigheid van zijn beschermelingen. Tijdens zijn laatste monoloog, met de meisjes aan zijn zij, stromen tranen over de wangen van de acteur. Echte tranen.

Spider Baby is onlangs in Amerika door Dark Sky Films uitgebracht op dvd (Regio 1) met als extra’s o.a. een commentaartrack van schrijver/regisseur Jack Hill en acteur Sid Haig, drie featurettes en een alternatieve openingssequentie.