The Monuments Men (George Clooney, 2014)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

monuments

The Monuments Men stelt dat kunst iets is waar je voor wilt sterven als dat nodig is. Helaas is deze avonturenfilm geen ideaal vehikel om de nobele gedachte kracht bij te zetten. Wie zich Leatherheads (2008) nog kan herinneren weet dat komedies niet George Clooney’s sterkste kant zijn. Toch kon de regisseur de neiging tot kolder niet onderdrukken en castte hij naast zichzelf en zijn goede maatje Matt Damon drie koddige acteurs: Bill Murray, John Goodman en Bob Balaban. De vijf Amerikanen proberen in de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog kunstschatten uit handen van de nazi’s te redden. Ze worden daarbij onder meer geholpen door Fransman Jean Dujardin (bekend van The Artist) en de Brit Hugh Bonneville. Vrijwel alle lollig bedoelde scènes zijn non-events, zoals de nachtelijke confrontatie van Murray en Balaban met een jonge Duitse soldaat en het akkefietje met een landmijn. Tot drie keer worden grappen gemaakt over het Franse accent van Matt Damon. De humor maakt de vertelling tot een verzameling anekdotes.

De geforceerde jacht op de lach zuigt al het mogelijke drama uit het verhaal en gaat ten koste van de spanning. De jacht op de Duitse kunstplunderaars, en de poging het aanstormde rode leger voor te blijven, had een meeslepende strijd tegen de klok kunnen opleveren, maar je krijgt nergens het gevoel dat de Amerikanen echt in gevaar zijn. Alleen de Europeanen lopen grote risico’s. Het is lang geleden dat ik het woord oubollig heb gebruikt in verband met een film, maar ik heb het vandaag speciaal voor The Monuments Men van zolder gehaald en afgestoft.

4/10