Terminator Salvation (McG, 2009)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

terminatorsalation

Het enige aardige aan Terminator Salvation – als je tenminste van actiescènes houdt – is de lange sequentie waarin de helden in een vrachtwagen worden achtervolgd door de vijandige machines. De regisseur met de hip bedoelde naam McG vermengt daarin op enerverende wijze Mad Max met Transformers en voor heel even kan de mannelijke toeschouwer zich weer een klein jongetje voelen.

Waar deze film (over de strijd tussen mens en machine in een post-apocalyptisch 2018) definitief plat op zijn bek gaat, is in de scène waarin cyborg-tegen-wil-en-dank Marcus Wright (Sam Worthington) in het hol van de leeuw oog in oog komt te staan met het op een groot scherm geprojecteerde evenbeeld van zijn maakster Dr. Serena Kogan (een compleet verdwaalde Helena Bonham Carter). Als je iemand niet kwaad wil maken is het Marcus, maar in plaats van wijs te zwijgen doet Dr. Kogan volledig uit te doeken hoe ze hem heeft gemanipuleerd en wat ze in naam van de machines allemaal nog meer van plan is voor ondeugdelijks te gaan doen. Geen wonder dat Marcus woest uit zijn boeien breekt en verwoestend terugslaat. Kogans actie is net zo onverstandig als het toevertrouwen van je pincode aan een willekeurige Roemeen in de Kalverstraat.

Nog een inhoudelijke vraag ter afsluiting: waarom laat de heldhaftige John Connor (Christian Bale), wanneer hij zich in het centrum van de vijandelijke stellingen bevindt, het apparaatje ongebruikt waarmee hij met één druk op de knop alle machines kan stilzetten?