They All Laughed (Peter Bogdanovich, 1981)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

theyalllaughed

Na het lezen van Who The Hell’s In It, het boek over Amerikaanse acteurs van regisseur en acteur Peter Bogdanovich, en in het bijzonder de hoofdstukken over Ben Gazzara en Audrey Hepburn, was ik benieuwd geworden naar They All Laughed. Reden om een tweedehands exemplaar van de dvd vanuit Amerika te importeren en te zien waarom de film Bogdanovich het meest na aan het hart ligt.

They All Laughed kent naast de aanwezigheid van Gazzara en Hepburn (die een kortstondige affaire hadden) nog een paar andere pluspunten: de liefdevolle wijze waarop Bogdanovich zijn vrienden en New York vastlegt en de fotografie van Robby Müller. Waar in de zomer van Taxi Driver (1976) de schaduw overheerst en de stad verstikt in de hitte, doet dezelfde zon in They All Laughed de mensen opbloeien. New York bekeken door de lens van Müller bezorgt een gevoel van heimwee, zelfs als je nog nooit in de stad bent geweest.

They All Laughed (vernoemd naar een liedje van Frank Sinatra) is helaas niet zo komisch als de titel doet beloven. De acteurs rennen voornamelijk heel veel achter elkaar aan door drukke straten, nagekeken door toevallige passanten die vervolgens als verschrikte herten recht in de lens staren. De romantiek is expres dik aangezet, maar alles wat daar misschien leuk aan had kunnen zijn, wordt teniet gedaan door grappig bedoeld gestuntel, met acteur John Ritter als dieptepunt. Eigenlijk had Bogdanovich de rol van Ritter zelf willen spelen, maar de regisseur voelde zich daar te oud voor.

Ritter valt van zijn rollerskates, rolt van bankjes en stapt met zijn schoenen in een fonteintje. Al zijn misstappen missen de benodigde timing om een lach teweeg te brengen. Het is slapstick van tussen de schuifdeuren. Ook irritant is de opdringerige, diëgetische muziek op de soundtrack. Sinatra en de andere popdeuntjes klinken allemaal net iets te hard uit taxiramen en restaurantspeakers, soms zelfs de dialogen overstemmend. Je kunt overduidelijk horen dat de meeste muziek pas in postproductie is toegevoegd door een technicus die te opzichtig de schuifknoppen heen en weer beweegt. Vooral op koptelefoon klinkt het effect hinderlijk onnatuurlijk.

Het verbaast met niets dat They All Laughed indertijd nauwelijks publiek trok. De release werd ook nog eens overschaduwd door de dood van actrice Dorothy Stratten, de vriendin van Bogdanovich, vermoord door haar jaloerse echtgenoot, een personage dat ook in de film voorkomt. Wat de Amerikaanse dvd-uitgave uit 2006 toch de moeite waard maakt, is de hoge kwaliteit van de transfer en het gemoedelijke gesprek van een half uur tussen Bogdanovich en collega-regisseur Wes Anderson (zie ook YouTube: Deel 1, 2 en 3).

5/10