De Eetclub (Robert Jan Westdijk, 2010)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

de eetclub 2010

[Spoilers!]
Na het ondergaan van De Eetclub heb ik alle geloof in Robert Jan Westdijk, regisseur van het ooit zo veelbelovende debuut Zusje (1995), definitief verloren. Ik weet niet of het te danken is aan de roman of aan het script maar de enige memorabele quote tussen alle halve keuveldialogen komt van pillenslikker Evert (Bas Keijzer). Als iemand hem waarschuwt dat alcohol en medicijnengebruik geen goede combinatie is, stelt Evert hem gerust door te beloven de champagne niet over zijn lever te drinken. Als beloning voor deze opmerking wordt hij als eerste uit het scenario geschreven. Het volgende slachtoffer is Halina Reijn, de enige actrice die min of meer een personage van vlees en bloed weet neer te zetten.

Uitgerekend hoofdpersonage Karen is een van de minst boeiende figuren in De Eetclub. Bracha van Doesburgh speelt haar als een konijn dat zojuist haar naam als hoofdgerecht op het kerstmenu heeft aangetroffen. Ze krijgt te weinig invulling mee om te geloven dat ze valt voor buurman Simon, vooral omdat Thom Hoffman de dominante billenknijper vanaf de eerste ontmoeting overdreven naargeestig neerzet. De regelmatige afwezigheid van Karens hardwerkende echtgenoot is te weinig om te dienen als motivatie.

De rest van het ensemble bestaat uit fletse figuren en kleurloze types waarvan we de geheimen voornamelijk moeten raden. Als er een keer een opstootje tussen de zogenaamde vrienden plaatsvindt, heeft de camera moeite zich op de kern van de actie te focussen. Het vastleggen van ensemblespel ligt pijnlijk duidelijk ver boven Westdijks kunnen. De eetclub van de welgestelde villabewoonsters is aanleiding voor het verhaal, zonder dat het scenario dit gegeven verder uitbouwt of er iets visueel interessants mee doet. Wat dat betreft had De Eetclub net zo goed de damclub, de macraméclub, de bloemschikclub of de Rummikubclub kunnen heten. De filmische mogelijkheden van de voedselbereiding blijven beperkt tot de openingstitels.

De tafelgesprekken gaan nergens over en worden zo fragmentarisch getoond dat de inhoud er niets toe doet. Geen enkele tafeldame is charismatisch, charmant, innemend of markant genoeg om enige interesse bij de kijker op te wekken. Hun activiteiten blijven naast de eetclubbijeenkomsten en een enkel feestje gelimiteerd tot het na schooltijd ophalen van de kinderen.

De plot wordt opgeschrikt door een fatale brand en een schijnbare zelfmoord. De filmmakers weten zich met de achterliggende intrige geen raad en gunnen daarom Karen tijdens een huwelijksdispuut slechts maximaal vijftien seconden om alles uit de doeken te doen. Los van het achterliggende complot moet in de belachelijke, spannend bedoelde climax nog een dader onthuld worden, ´s nachts in het skelet van een flat in aanbouw. Het is heel moeilijk te accepteren dat Karen zich als een mak schaapje midden in de nacht door de enge Simon naar deze afgelegen locatie laat dirigeren en vrijwillig mee de bouwlift in gaat. Na een verre van meeslepende schermutseling op de hoogste verdieping, staat halverwege het pand de schuldige van de brand en de moord klaar voor een laatste portie plotuitleg en rake klappen met een stalen buis. Hoe de boosdoenster zo geruisloos de verdieping heeft weten te bereiken en waarom ze zo goed overweg kan met een bouwlift, vertelt het verhaal niet. Om een of andere idiote reden heeft ze ook nog eens haar baby meegenomen.

1/10