Sombre (Philippe Grandrieux, 1998)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

sombre

De kleuters krijsen en gillen, gierend lachend van de angst. Buiten beeld staat de wolf op het punt twee poppenkastpoppen te bespringen. Boven hun vermogen schreeuwend proberen de kinderen de poppen te waarschuwen en de wolf terug het bos in te jagen. De camera blijft de hele scène op de kindergezichten gericht. Zij zijn het publiek zoals wij de rest van de film het publiek zijn van Sombre.

Even kinderlijk gebiologeerd als verafschuwd volgen we de impulsieve lustmoorden van de menselijke wolf Jean (Marc Barbé), de man verstopt achter de poppenkast. Ook Claire (Elina Löwensohn) aanschouwt Jean met morbide fascinatie. Zijn aantrekkingskracht neemt voor haar toe naarmate ze dichter bij hem komt. Zijn dodelijke gedrag betekent voor haar verlossing, al weet ze nog niet precies hoe.

De duisternis in Sombre is ook letterlijk, als gevolg van de extra filters over de lens. Lamplicht en zonlicht dringen met veel moeite mondjesmaat door. De meeste actie vindt ’s avonds en ’s nachts plaats. Zonder zon komt de parasiet in de mens pas goed los, de geest verdoofd door drank. Als vampiers struinen mannen bloeddorstig en dronken feesten af, op zoek naar slachtoffers. Bela Lugosi Is Dead zingt Bauhaus op de soundtrack, net als in de eerste scène van de vampierfilm The Hunger (Tony Scott, 1983). De verwarde, geïsoleerde Jean is niet de enige wolf.

Sombre is sinds kort ook in een Nederlandse editie te verkrijgen via De Filmfreak. De openingsscène staat ook op YouTube (zet het geluid lekker hard):

8/10