170 Hz (Joost van Ginkel, 2011)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

170hz

170 Hz verdrinkt in symboliek. Evy (Gaite Jansen) ligt in een volle badkuip haar hartstochtelijke relatie met Nick (Michael Muller) te overdenken. Hij werkt in een garage en maakt in zijn vrije deel uit van een waterpoloteam. Met haar rijke ouders woont ze in een afgelegen villa met zwembad. Ook zijn ouders zwemmen in het geld. Beide tieners rebelleren tegen hun afkeurende vaders door zich ver van huis te verstoppen in een half verzonken onderzeeër. Voor alle zekerheid heeft Nick vele liters bronwater ingeslagen.Waarom al dat water zo nadrukkelijk in het verhaal voorkomt? De enige reden die ik kan bedenken is de doofheid van beide hoofdpersonages.

Onder water verstommen de geluiden en kan de kijker een beetje ervaren hoe het klinkt om als dove geïsoleerd te zijn van het gewone leven. Het overheersende elektronische geluidsontwerp versterkt dat gevoel door de plaats in te nemen van dagelijkse geluiden. In de film is nauwelijks sprake van een buitenwereld. Ivy zit tijdens de waterpolowedstrijd afgezonderd op een volle tribune. De camera sluit haar af van andere mensen. De twee hoofdpersonen communiceren nauwelijks met anderen en als ze het wel doen alleen in ruziesfeer. Ivy heeft geen vriendinnen en is constant met haar ouders (Eva van Heijningen en Hugo Haenen) in botsing tijdens het avondeten. We zien eenmaal Nicks moeder (Ariane Schluter) een zinnetje met haar zoon uitwisselen. Vader (Porgy Franssen) zwijgt vermoeid en praat alleen als personage in angstdromen. Zoals vele dwarse pubers hebben de twee tieners geen oor voor advies en goede raad. Hun doofheid is meer een symbool dan een aandoening.

Als een zintuig uitvalt, worden andere zintuigen versterkt en daarom is in 170 Hz extra aandacht besteed aan de fotografie. De plaatjes zijn zeer fraai, maar te vaak lijkt het alsof regisseur Joost van Ginkel per se alle knopjes op zijn digitale camera wilde uitproberen. De versnelde en extreem vertraagde opnamen komen op mij over als technische foefjes zonder doel. De scène in slow motion met de rode verf is bijzonder fraai, maar niet meer dan dat. Zet er een popdeun onder en je hebt een videoclip. Ook de haastig in tijd verspringende montage voelt aan als een maniertje en moet zijn meerdere erkennen in klassiekers als Don’t Look Now en Out Of Sight.

De liefde tussen de tieners staat centraal. De rest is bijzaak en vindt onevenwichtig een plek in de film. Zo wordt een aanvaring met pestkoppen breeduit uitgemeten, terwijl een voor de afronding van het verhaal essentieel conflict van Nick met zijn vader in nevelen gehuld blijft. Het talent van actrice Gaite Jansen is een welkom lichtpunt. De overheersende symboliek maakt haar verhaal abstract, maar Jansen houdt haar personage ondanks de omstandigheden levensecht, omdat ze in staat is tegenstrijdige emoties naturel weer te geven.

Het citaat uit Requiem For A Dream uit 2000 (de schreeuw van Jennifer Connelly die ook aan het eind van de trailer zit) had voor mij niet gehoeven. Een hommage aan een andere film is toch iets heel anders dan een scène letterlijk kopiëren. Vraag maar aan Godard. Omdat het citaat van verre is zien aan te komen, is het effect meer een doffe plons dan een klaterende waterval.

5/10